De OR van een organisatie in de sport- en recreatiesector zocht een basistraining.  De organisatie was gefuseerd met een vergelijkbare organisatie. Daardoor was het aantal medewerkers in de organisatie gestegen naar 70 medewerkers. Zo ontstond de wettelijke verplichting om een OR met vijf zetels in te stellen. Er vonden verkiezingen plaats en tijdens de eerste vergadering van de OR kwam de vraag aan de orde hoe alles eigenlijk werkte. Er werd staande de vergadering contact opgenomen met Mens en Onderneming. Er kon direct een afspraak gemaakt worden voor een bezoek van een trainer/adviseur van Mens en Onderneming.

In de week daarna vond het gesprek tussen de OR en de trainer/adviseur van Mens en Onderneming plaats. Voorgesteld werd om een basistraining voor de OR te plannen. Een aantal voor de start van de OR noodzakelijke items zou aan de orde zouden komen. Deze items werden vervolgens doorgenomen en van voor de situatie van de OR praktische aandachtspunten voorzien. Ook werd afgesproken dat de directie zou worden uitgenodigd voor het onderdeel dat ging over de samenwerking tussen OR en directie.

Vier weken later vond de tweedaagse basistraining plaats, waarbij was gekozen voor een hotelaccommodatie. De kennis van de wet op de ondernemingsraden werd behandeld met voorbeelden bij de aandachtspunten van de OR. Het onderdeel over de samenwerking met de directie werd benut om de samenwerking effectief vorm te geven. De directie was bij dit onderdeel aanwezig en zo leerden OR en directie elkaar op een effectieve manier kennen. Het onderdeel communicatie bestond uit drie delen: de communicatie in de OR, het overleg (en de eventuele onderhandeling) met de directie en de communicatie met de collega’s in de organisatie. Af en toe werden korte rollenspellen gespeeld en ook werd een instructievideo bekeken. Aan het eind van de basistraining werd een activiteitenplan opgesteld. Aan het eind van de training werd teruggekeken. Deelnemers vonden het belangrijk dat er steeds alle ruimte was voor het stellen vragen, zowel over theorie als over de eigen praktijk. Ook was er waardering voor de vele praktijkvoorbeelden die de trainer/adviseur steeds aandroeg. De lichtvoetige en flexibele manier van kennis overdragen werd verfrissend gevonden. Op die manier waren de twee dagen ‘omgevlogen’.